Weerbare Burger Rembrandt Zegers
Mijn buurman belt mij vaak op. Dat doet hij niet om hallo te zeggen of voor een vrolijke babbel. Nee, het gaat meestal om iets dat hij van me vraagt om rekening mee te houden of aan te passen zodat het hem, beter uitkomt of past. Hij belt me wel op een beschaafde manier natuurlijk en hij komt ook heel redelijk over. Zo heb ik moeten leren anders te parkeren (ja wij hebben ook een auto) opdat zijn wagenpark meer ruimte heeft (hij handelt in zijn vrije tijd in auto’s), heb ik het continue geluid van de airco die tegen de erfafscheiding staat moeten accepteren en werd mij onlangs nog verzocht om een struik te halveren opdat de zonnepanelen op het dank van zijn schuur maximale opbrengst genereren en niet iets minder omdat de struik een beetje zon tegen houdt. Als hij dit leest zal hij het vast herkennen en ik weet niet of dat erg is of niet.
Ik heb geen hekel aan mijn buurman. Hij is best aardig en doet ook zeker zijn best om sociaal te zijn. Bij mij is het waarschijnlijk andersom. Ik ben niet altijd vrolijk aanspreekbaar, eerder eigengereid en soms nukkig. Ik kan ook wel het gevoel hebben dat iemand geen rekening met me houdt en daar dan gefrustreert en zelfs boos over worden. Maar als iemand beroep op me doet of als ik zie dat gezamelijke actie nodig is, ben ik er. Ik denk alleen dat wat mij mobiliseert van een bepaald karakter is. Ik word gemobiliseerd door onrecht, door geestelijk en fysiek lijden, door ongelijkheid en door empathie met mensen in situaties die lastig zijn of ronduit onmogelijk, terwijl ze er zelf niets aan kunnen doen. Als je dat bent en voelt zit je wel in een lastig parket, want er zijn ontelbaar veel van die moeilijke situaties en ontelbaar veel mensen die wel wat hulp kunnen gebruiken. En het lijken er alleen maar meer te worden. Meer mensen die op straat leven, meer situaties waar iets misgaat en waar mensen direct hulp nodig hebben. Polarisatie neemt toe, conflicten nemen toe, onzekerheid en angst lijken alsmaar meer een rol te spelen.
De behoefte aan zelfredzaamheid, aan weerbaarheid neemt daarmee ook toe. Maar mijn spaargeld deel ik echt niet aan iedereen uit, mede omdat mijn eigen inkomen zeker niet zo heel hoog is. Alleen waarom eigenlijk niet. Nou vooral omdat ik er vanuit ga dat ik mezelf moet redden mocht ik in een situatie komen dat mijn redden, noodzakelijk en accuut is. Ik ben bang dat ik er niet op vertrouw dat ik dan makkelijk bij anderen aan kan kloppen. (De vraag is of mijn spaarpotje dan ook nog wel bestaat, als de crises zover uit de hand gelopen zijn). Want hoewel ik best wat vrienden en familie heb, die relaties houden stand omdat ik mijn eigen broek ophoud. Maar het is duidelijk dat er langzaam een eind komt aan individuele zelfredzaamheid en individuele weerbaarheid. Dat kunnen we aan zien komen als we kijken naar de steeds groter wordende uitdagingen als het gaat om het klimaat en de natuur.
Buurman ik zal de plant snoeien, maar zullen we ook samen de buurt redden als het nodig is.
Misschien toch vast beginnen.
Weerbare Burger Annemarie Bergsma
Weerbaarheid is niet hetzelfde als altijd sterk zijn. Het gaat om ruimte maken voor kwetsbaarheid, leren omgaan met angst en verlies en daarin jezelf opnieuw durven uitvinden.
In een wereld vol verandering en onzekerheid begint weerbaarheid bij mensen—bij onszelf. Bij goede fysieke en mentale zelfzorg, en bij mensen die elkaar kennen, elkaar vinden, en samen netwerken vormen. Juist in tijden waarin overheden niet overal kunnen zijn en systemen onder druk staan, wordt duidelijk hoe afhankelijk we zijn van elkaar. Dan komt het aan op ons gezamenlijk vermogen om op te staan, om verantwoordelijkheid te nemen, om het samen te doen. En daarvoor hebben we iedereen nodig.
Net als in ons persoonlijke leven geldt ook in de samenleving: je kunt plannen maken, scenario’s doordenken, risico’s inschatten. Maar het zijn juist de onverwachte gebeurtenissen die ons raken en beproeven. Voorbereiding is waardevol, maar het vermogen om mee te bewegen met het onbekende is minstens zo belangrijk. Dat vraagt dat we oefenen. In anders kijken. In flexibel denken en handelend durven zijn.
Weerbaarheid betekent niet dat je nooit valt. Het betekent dat je leert opstaan—met hulp, met steun, met verbondenheid. Het is de kracht die ontstaat in contact met anderen.
In de zorg zien we dagelijks mensen op breekpunten. Bij slecht nieuws, verlies, pijn. Onze rol is dan niet alleen om te genezen, maar ook om ruimte te maken om te leven met wat rest. Voor rouw. Voor kwetsbaarheid. Voor zoeken zonder direct antwoord. In die ruimte ontstaat wendbaarheid: de moed om een andere richting op te gaan, ook als de bestemming nog onbekend is.
Veerkracht is vaak geen groot gebaar. Het is stil, langzaam, schurend soms. En het is niet altijd beschikbaar. Er zijn dagen, weken misschien, van leegte of uitputting. Ook dat hoort erbij. Want mensen zijn niet van staal, maar van verhalen. Van herinneringen, relaties, hoop, en het verlangen om gezien te worden.
We leven in een tijd waarin veel van ons wordt gevraagd. De wereld verandert sneller dan we kunnen bijhouden. Maar het mooie is: wij kunnen óók veranderen. Niet door harder te lopen of onszelf sterker voor te doen dan we zijn, maar door samen te werken. Door solidariteit. Door de wil om met elkaar mee te bewegen, ieder vanuit zijn of haar eigen plek.
Misschien begint weerbaarheid wel met iets eenvoudigs.
Niet met een plan. Niet met het antwoord voor de crisis van morgen.
Maar met dit:
Ik zie je. En ik loop een stukje met je mee.
Weerbare Burger …
Ook jouw verhaal hier?
Mail dan jouw verhaal naar: infomatie@weerbareburgers.nl